Afkorting van Collectieve DC-regeling ook wel collectieve beschikbare premieregeling genoemd.
Een pensioensysteem, waarbij de werkgever zich er uitsluitend toe verplicht een vaste premie te betalen. Bij collectief beschikbare premieregelingen (ook wel collectieve DC-regelingen genoemd) wordt het risico van een tekort door de pensioendeelnemers gezamenlijk gedragen. De werkgever is niet verantwoordelijk voor het aanvullen van eventuele premie of dekkingstekorten. Dit risico wordt collectief gedragen door de deelnemers. Het verschil met een individuele beschikbare premieregeling is dat het collectieve element bewaard blijft.
Een pensioenregeling die uit twee of meer pensioensystemen is samengesteld. Ook wel hybride regeling genaamd. Te denken valt aan een combinatie van eindloon en middelloon of eindloon en beschikbare premie. De verschillende systemen betreffen veelal verschillende salariscomponenten (zoals ploegendienst) of een bepaalde salarisgrens waarboven op basis van een ander pensioensysteem pensioen wordt opgebouwd.
Nadat een pensioentoezegging is gedaan aan een werknemer, zal het jaarsalaris waarschijnlijk nog toenemen tijdens het verdere dienstverband bij de werkgever. Dit betekent bij eindloonregelingen dat het pensioen nog aanzienlijk hoger zal worden. Het kan dan moeilijk worden om de pensioenaanspraken waardevast te houden. Werkgevers mogen volgens de Wet inkomstenbelasting 2001 onder bepaalde voorwaarden anticiperen op toekomstige waardevastheid van pensioenen. Het pensioen mag namelijk worden gebaseerd op een pensioengrondslag die elk jaar tot de pensioendatum met maximaal 4% samengestelde interest stijgt. Van een dergelijke comingbackservice-regeling wordt in de praktijk echter weinig gebruikgemaakt.
Het gedeelte van het totale pensioen, dat in toekomstige jaren moet worden opgebouwd op basis van het geldende jaarsalaris. Met toekomstige salarisstijgingen wordt dus geen rekening gehouden.
Het bedrag dat op dit moment nodig is om in de toekomst een of meer betalingen te kunnen verrichten, waarbij rekening is gehouden met rente en – als het gaat om uitkeringen op basis van levensverzekeringen – met actuariële grondslagen.
Omzetting van pensioenaanspraken in andere pensioenaanspraken. Conversie kan bijvoorbeeld plaatsvinden na het maken van een keuze tussen partnerpensioen en een hoger of eerder ingaand ouderdomspensioen. Op grond van de Pensioenwet dienen conversies per 1 januari 2002 op basis van collectieve actuariële gelijkwaardigheid plaats te vinden. Voor conversies in beschikbare premieregelingen is dit voorschrift van collectieve actuariële gelijkwaardigheid per 1 januari 2005 gaan gelden.
Bovenstaand voorschrift is niet van toepassing op de conversie zoals bedoeld in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. Bij deze vorm van conversie wijzigt naast de aard van de pensioenaanspraken, ook de persoon van de verzekerde. Daarbij wordt de contante waarde van de helft van het ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd en de contante waarde van het bijzonder partnerpensioen omgezet in een aanspraak op ouderdomspensioen voor de ex-geregistreerde partner of ex-echtgenote.
© 2024 Get Smart|E-colofon|Leveringsvoorwaarden|Avg